Opnemen
Een bestand opnemen
Opmerking
Zorg ervoor dat u de microfoons niet afdekt als u opneemt. Dit kan tot een lagere opnamekwaliteit leiden.
Als de opnametijd van de huidige opname de beschikbare opslagcapaciteit overschrijdt, wordt de opname gestopt. Verwijder in dit geval bestanden van het apparaat om meer opslagruimte vrij te maken.
Voordat u begint met opnemen:
Controleer of uw apparaat nog voldoende accuvermogen heeft. Als de accu bijna leeg is, ziet u een pictogram dat aangeeft dat de accu bijna leeg is
.
X Het apparaat wordt uitgeschakeld en de huidige opname wordt automatisch opgeslagen.
Selecteer eerst de map waarin de opname moet worden opgeslagen. Zie voor meer informatie Een nieuwe opname starten. U kunt 100 bestanden opslaan in map A, B, C en D.
Als een van de mappen vol zit, worden de volgende opnames automatisch in de volgende map opgeslagen.
We raden aan een testopname uit te voeren om de meest geschikte voorinstellingen te vinden voor uw opname, zodat u de beste opnameresultaten behaalt.
Een nieuwe opname starten
Druk in de stopmodus op de linker functietoets
om een nieuwe opname te starten.
X Het nieuw bestand-scherm wordt weergegeven.
Druk op de rechter functietoets om het venster met instellingen te openen
.
Een map selecteren waarin uw opnames moeten worden opgeslagen.
Druk op de knoppen omhoog/omlaag om naar Folder (Map) te gaan en druk vervolgens op de knop Opnemen om uw selectie te bevestigen.
Druk op de knoppen omhoog/omlaag om naar de map te gaan waarin uw opname moet worden opgeslagen en druk vervolgens op de knop Opnemen om uw selectie te bevestigen.
Druk op de knop Terug om terug te gaan naar het stopscherm.
De instellingen van uw opname aanpassen:
Druk op de knoppen omhoog/omlaag om naar uw gewenste instelling te gaan en druk vervolgens op de knop Opnemen om uw selectie te bevestigen.
Druk op de knop Terug om terug te gaan naar het stopscherm.
Druk op de knop Opnemen om de opname te starten.
X Het opnamescherm wordt weergegeven.
X Het opname-/statuslampje wordt rood.
Druk de knop Opnemen nogmaals in om de opname te stoppen.
X De opname wordt opgeslagen in de geselecteerde map.
Een bestand bewerken
U kunt bestaande opnames bewerken in de stopmodus door een opname toe te voegen of te overschrijven.
Append (Toevoegen): Voeg extra opnames toe aan het einde van een bestaande opname.
Overwrite (Overschrijven): Overschrijf een gedeelte van een bestaande opname op ieder punt binnen de opname.
Een gedeelte van een opname toevoegen:
Druk in de stopmodus van een bestaand bestand op de knop Opnemen.
Als de cursor van de voortgangsbalk voor audio aan het einde van de opname is:
X Het opnamescherm wordt weergegeven en er wordt een nieuw opnamegedeelte toegevoegd aan het einde van uw bestand.
Als de cursor van de voortgangsbalk voor audio aan het begin van de opname is:
X Het bewerkvenster wordt geopend.
X Druk op de knoppen omhoog/omlaag om Append (Toevoegen) te selecteren en druk vervolgens op de knop Opnemen om uw selectie te bevestigen.
X Het opnamescherm wordt weergegeven en er wordt een nieuw opnamegedeelte toegevoegd aan het einde van uw bestand.
Een gedeelte van een opname overschrijven:
Druk in de afspeelmodus op de Afspelen/stopknop om het afspelen op het gewenste gedeelte te stoppen.
Druk op de knop Opnemen.
X Het bewerkvenster wordt geopend.
Druk op de knoppen omhoog/omlaag om Overwrite (Overschrijven) te selecteren en druk vervolgens op de knop Opnemen om uw selectie te bevestigen.
X Het opnamescherm wordt weergegeven en er wordt een nieuwe opname gestart vanaf waar het afspelen is gestopt.
Tip
Als u een gedeelte van een opname altijd wilt toevoegen of overschrijven en niet wilt dat het bewerkvenster iedere keer wordt geopend, drukt u op de rechter functietoets om het venster met instellingen te openen . Druk op de omlaag-knop om naar de Edit mode (Bewerkingsmodus) te gaan en selecteer vervolgens Append (Toevoegen) of Overwrite (Overschrijven).